Tonnys Classic Drive

Citroën 2CV6 (1970–1990): Geschiedenis, Techniek en Evolutie van de Lelijke Eend

Dec 15, 2025 • 15 minuten leestijd

Citroën 2CV6 (1970–1990): Geschiedenis, Techniek en Evolutie van de Lelijke Eend

Citroën 2CV6 (1970–1990): Geschiedenis, Techniek en Evolutie van de Lelijke Eend

In dit uitgebreide artikel lees je het volledige en historisch correcte verhaal van de Citroën 2CV6 en begrijp je waarom wij van Tonny's Classic Drive in Groningen een prachtige witte 2CV6 Club in onze verhuurcollectie hebben opgenomen met als bouwjaar 1986. De 2CV6, de meest volwassen uitvoering van de legendarische Lelijke Eend. We duiken in de oorsprong van het TPV-project (Toute Petite Voiture), de introductie van de 602cc-motor in 1970, de technische opbouw van motor, onderstel en versnellingsbak, en de zichtbare en onzichtbare evoluties door de jaren heen. Ook komen de speciale edities zoals de Charleston, Dolly en 007 uitgebreid aan bod, net als het einde van de productie in Frankrijk en Portugal. Tot slot plaatsen we de 2CV6 in hedendaags perspectief en verklaren we waarom dit model vandaag de dag nog steeds zo relevant en geliefd is. 

De Citroën 2CV6 als cultureel en technisch icoon

De Citroën 2CV, in de volksmond bekend als de "Lelijke Eend" in Nederland of de "Geit" in België, is meer dan slechts een auto; het is een stuk cultureel erfgoed en een symbool van Franse vindingrijkheid. Hoewel de 2CV-lijn al in 1948 begon, vertegenwoordigt de 2CV6 de meest volwassen, krachtige en bruikbare evolutie van dit concept. Waar de vroege modellen Spartaans en traag waren, bracht de 2CV6 de auto naar de moderne tijd, waardoor hij tot ver in de jaren tachtig relevant bleef.

In deze tekst duiken we diep in de historie, met een specifieke focus op de 2CV6. Deze werd in 1970 geïntroduceerd en bepaalde het gezicht van het model tot de laatste productie in 1990. Hieronder een video van onze 2CV6 Club. Meer van dit soort video's vindt je op onze Tonny's Classic Drive Youtube, abonneer je meteen!

Ontstaan van de Citroën 2CV6: van TPV tot Wereldwijd Fenomeen

De 2CV6 begrijpen? Dan moeten we terug naar de bron. Het concept ontstond in de jaren dertig onder leiding van Pierre-Jules Boulanger, de toenmalige directeur van Citroën. Zijn visie was radicaal maar simpel. Hij gaf opdracht voor het project TPV (Toute Petite Voiture), met een legendarisch geworden eisenpakket:
 

"Ontwerp een auto die twee boeren en een zak aardappelen van 50 kilogram kan vervoeren, met een snelheid van 60 km/u, en die zo comfortabel geveerd is dat een mand met eieren tijdens een rit over een omgeploegd veld heel blijft."
 

De esthetiek deed er niet toe; functionaliteit was alles. Na het verbergen van de prototypes voor de Duitse bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog, werd de 2CV uiteindelijk in 1948 onthuld op de Salon van Parijs. De pers was kritisch en noemde het een "blikopener op wielen", maar het publiek begreep de genialiteit. De 2CV mobiliseerde het naoorlogse Frankrijk.

De eerste modellen hadden een piepkleine 375cc motor (9 pk). Gedurende de jaren vijftig en zestig groeide de motorinhoud naar 425cc (de 2CV AZ), maar de roep om meer vermogen – nodig om mee te komen in het drukker wordende verkeer – werd steeds luider. Dit leidde uiteindelijk tot de geboorte van de 2CV6.

De introductie van de Citroën 2CV6 in 1970

In 1970 sloeg Citroën een nieuwe weg in om het hoofd te bieden aan de concurrentie, met name de Renault 4, die praktischer en sneller was dan de oude 2CV's. Citroën reorganiseerde het aanbod grondig.

Er werden twee nieuwe modellen geïntroduceerd ter vervanging van de oude 2CV AZ:

  • De 2CV4: Uitgerust met een 435cc motor.
  • De 2CV6: Uitgerust met de 602cc motor (type M28/1).

De komst van de 2CV6 veranderde alles. De motor was afkomstig uit de luxere Citroën Dyane 6 en de Ami 6. Hoewel 602cc naar huidige maatstaven microscopisch klein lijkt, was het een enorme sprong voorwaarts ten opzichte van de oudere modellen.

 

Het elektrisch systeem van de 2CV6: Van 6 naar 12 Volt

Een cruciale wijziging die vaak over het hoofd wordt gezien, maar essentieel was voor het dagelijks gebruik, was de overgang van een 6-volt naar een 12-volt elektrisch systeem. Waar de oude 6V-installaties vaak zwakke verlichting gaven en moeite hadden met koud starten, zorgde het 12V-systeem van de 2CV6 voor een veel betrouwbaardere start en koplampen die daadwerkelijk de weg verlichtten.

 

Specificaties van de 2CV6 bij de introductie

De vroege 2CV6 leverde ongeveer 28,5 SAE-pk (later gemeten als 29 DIN-pk). Dit stelde de auto in staat om een kruissnelheid van 100 km/u te halen en, met wind mee en veel geduld, een topsnelheid van circa 110 tot 115 km/u. Dit maakte de auto voor het eerst echt bruikbaar op de snelweg en voor vakanties naar het zuiden, een ritueel dat vele Nederlandse gezinnen zouden uitvoeren.

De 2CV6 onderscheidde zich uiterlijk aanvankelijk nauwelijks van de 2CV4, behalve door het typeplaatje op de achterklep en vaak de iets luxere afwerking in het interieur.

Techniek van de Citroën 2CV6: motor, vering en aandrijflijn

De 2CV6 wordt geprezen om zijn briljante eenvoud. De techniek is zo ontworpen dat onderhoud met minimaal gereedschap kan worden uitgevoerd.

 

De Motor van de 2CV6: De Boxer

Het hart van de 2CV6 is de luchtgekoelde tweecilinder boxer-motor (plat-twin).

  • Constructie: De motor heeft een carter van aluminiumlegering en cilinders van gietijzer. Omdat er geen radiateur, waterpomp of thermostaat is, kunnen deze onderdelen ook niet stukgaan.
  • Koeling: Een grote ventilator op de krukas blaast lucht door een tunnel over de cilinders en de oliekoeler. Dit systeem is zeer effectief; een goed onderhouden 2CV6 raakt zelden oververhit. Echter, bij achterstallig onderhoud (zoals een motor die aangekoekt is met vuil of een verstopte oliekoeler) kan de motor in de zomer of in de file wel degelijk te warm worden.
  • Geluid: Het typische pruttelende geluid is iconisch en wordt veroorzaakt door de specifieke ontstekingsvolgorde en de luchtkoeling.

De 2CV6 onderscheidde zich verder van de 2CV4 door een tweetraps-carburateur. Dit zorgde voor een iets hoger verbruik, maar leverde de noodzakelijke extra kracht bij hogere snelheden.

 

Het Onderstel en de Vering van de 2CV6

De vering van de 2CV6 is uniek en draagt bij aan het legendarische comfort (en de gevreesde hellingshoek in bochten).

  • Systeem: De voor- en achterwielen aan één kant zijn met elkaar verbonden via een horizontale veerpot die onder de auto hangt (in de lengterichting). Als het voorwiel over een hobbel rijdt, wordt de veer ingedrukt, wat via trekstangen ook invloed heeft op het achterwiel. Dit voorkomt het "duiken" van de neus en houdt de koets vlakker op ruw terrein.
  • Schokdempers: De overgang van het dempingssysteem verliep geleidelijk. Vroege modellen maakten nog gebruik van frictiedempers en de fameuze traagheidsdempers (batteurs) bij de wielen. Gedurende de jaren zeventig stapte Citroën op de 2CV6 volledig over op moderne telescopische hydraulische schokdempers, wat het weggedrag strakker en voorspelbaarder maakte.

 

De Versnellingsbak van de 2CV6

De schakelpook steekt als een parapluhendel uit het dashboard.

  • Het schakelpatroon is uniek: de eerste versnelling zit "achteruit" (naar links en naar achteren), de achteruit zit naar links en naar voren. De 2e, 3e en 4e versnelling volgen een normaal H-patroon.
  • De versnellingsbak ligt vóór de motor, direct achter de bumper, wat de auto kwetsbaar maakt bij frontale botsingen maar de gewichtsverdeling ten goede komt (voorwielaandrijving).

 

2CV6 remmen: Van Trommelremmen naar Schijfremmen

Een belangrijke evolutie binnen de 2CV6-lijn vond plaats in 1981. Tot die tijd had de 2CV6 trommelremmen rondom. Vanaf modeljaar 1982 (startend in de zomer van '81) kreeg de 2CV6 schijfremmen op de voorwielen. Deze werden niet bij de wielen gemonteerd, maar tegen de versnellingsbak aan (inboard brakes). Dit verminderde het on-afgeveerde gewicht aanzienlijk.

Vanwege de hitteontwikkeling van deze inboard schijven, en de wens voor een betrouwbaarder hydraulisch systeem, stapte Citroën gelijktijdig over op de groene LHM (Liquide Hydraulique Minéral) vloeistof. LHM heeft een hoger kookpunt dan standaard remvloeistof en is niet hygroscopisch (trekt geen vocht aan), wat het remsysteem minder onderhoudsgevoelig maakte en corrosie in de leidingen voorkwam.

Uiterlijke evolutie en uitrusting van de Citroën 2CV6

De 2CV6 bleef in basisvorm gelijk, maar onderging subtiele wijzigingen die voor kenners direct het bouwjaar verraden.


Jaren 70: De Vierkante Koplampen en Roest

In 1974 kreeg de 2CV een facelift. De ronde koplampen werden vervangen door rechthoekige exemplaren van het merk Cibié. Ook de grille werd van plastic en kreeg een ander patroon. Velen vonden dit afbreuk doen aan de charme, maar het paste in de hoekige mode van de jaren zeventig. In deze periode werd de 2CV6 vaak geleverd in felle, typische jaren 70-kleuren zoals Jaune Cédrat (citroengeel) en Orange Ténéré.

Een belangrijk aandachtspunt bij modellen uit deze periode is de roestgevoeligheid. Het staal dat in de jaren zeventig werd gebruikt was vaak van mindere kwaliteit en de roestpreventie af fabriek was minimaal. Vooral het chassis en de voetenbak zijn bij deze bouwjaren notoire zwakke plekken.


Jaren 80: De Terugkeer naar Klassiek

In de jaren tachtig ontstond er nostalgie naar de "oude" Eend.


Citroen 2CV6 Club vs. 2CV6 Spécial: Het gamma werd opgesplitst. De 2CV6 Spécial werd het instapmodel (vaak zonder derde zijruitje in de C-stijl in de beginjaren, later wel mét, en met het oude ronde dashboard uit de jaren 60). De 2CV6 Club was de luxe variant, met rechthoekige koplampen, luxere bekleding en een groter, vierkant instrumentenpaneel.

Uiteindelijk verdwenen de rechthoekige koplampen weer grotendeels ten gunste van de ronde, vaak verchroomde koplampen, zeker bij de speciale edities.

Speciale edities van de Citroën 2CV6

In de vroege jaren tachtig daalden de verkoopcijfers. De auto was technisch verouderd. Om de verkoop te stimuleren, kwam Citroën met een reeks succesvolle actiemodellen ("séries limitées") gebaseerd op de 2CV6.


De 2CV6 Charleston (1980)

Dit is wellicht de beroemdste uitvoering. Oorspronkelijk bedoeld als een gelimiteerde oplage van 8.000 stuks in rood-zwart (Rouge Delage en Noir). De auto had een Art Deco-uitstraling, geïnspireerd op de jaren twintig en dertig.

Kenmerken: Tweekleurige lak met een specifieke boogvorm op de deuren, ronde verchroomde koplampen en chroom wieldoppen.

Succes: Het model was zo populair dat het in 1981 werd opgenomen in het reguliere gamma. Latere kleurcombinaties waren geel/zwart en twee tinten grijs (Gris Cormoran / Gris Nocturne).


De 2CV6 007 (1981)

Na de verschijning van een knalgele 2CV in de James Bond-film For Your Eyes Only, bracht Citroën een speciale editie uit.

Kenmerken: Felgeel (Jaune Hélios), voorzien van grote "007" logo's op de deuren en motorkap, en stickers die kogelgaten voorstelden.

Zeldzaamheid: Dit is tegenwoordig een van de meest gezochte collectorsitems.


De 2CV6 Dolly (1985)

De Dolly was gericht op een jonger, vaak vrouwelijk publiek en introduceerde frisse tweekleurige combinaties in een vast patroon.

Combinaties: Wit/grijs, wit/groen, beige/rood, en later ook andere variaties. De Dolly's waren gebaseerd op de eenvoudigere 2CV6 Spécial, maar hadden door hun kleurstelling een chique uitstraling.

Andere edities

Er waren talloze andere versies, zoals de France 3 (of Beachcomber in exportmarkten) met maritieme blauw-witte strepen ter ere van de Franse deelname aan de America's Cup, en de Cocorico (blauw-wit-rood).

Het einde van de Citroën 2CV6 productie (1988–1990)

Ondanks de charme en de speciale edities, haalde de tijd de 2CV6 in. Veiligheidseisen werden strenger, emissienormen werden aangescherpt en de productiekosten waren relatief hoog omdat de assemblage van de 2CV nauwelijks geautomatiseerd kon worden; het bleef handwerk.

Frankrijk stopt: In februari 1988 rolde de laatste 2CV van de band in de historische fabriek in Levallois-Perret, nabij Parijs. Dit betekende het einde van de Franse productie.

Portugal neemt over: De productie werd volledig verplaatst naar de fabriek in Mangualde, Portugal. Hier werden de laatste jaren vooral de Charleston en Spécial modellen gebouwd. Er is een voortdurende discussie onder liefhebbers over de kwaliteit van deze Portugese Eenden. Hoewel de techniek identiek bleef, wordt vaak gesteld dat de roestpreventie en lakdikte in Mangualde minder consistent waren dan in Frankrijk, waardoor deze late modellen paradoxaal genoeg soms sneller roestten dan hun voorgangers.

De Laatste Dag

Op 27 juli 1990, om 16:00 uur, rolde de allerlaatste 2CV van de band in Mangualde. Het was een Charleston in twee tinten grijs (Gris Cormoran / Gris Nocturne).

De productie stopte na 42 jaar. In totaal zijn er meer dan 3,8 miljoen 2CV's (berlines) geproduceerd. Als men de besteleenden (AK, AZU, AKS) en afgeleiden (Dyane, Ami, Méhari) meetelt, loopt dit cijfer op tot bijna 9 miljoen voertuigen op het A-type platform.

De Citroën 2CV6 vandaag: relevantie en blijvende betekenis

Vandaag de dag is de 2CV6 wellicht populairder dan in zijn laatste productiejaren. Het is uitgegroeid tot een cultobject. Er is niet voor niks een actieve 2CV Club in Nederland waar je als 2CV liefhebber mee kunt doen met allerlei leuke activiteiten.


Waarom de 2CV6 historisch relevant blijft:

  • Antithese van de moderne auto: In een tijdperk van complexe elektronica en autonome systemen, staat de 2CV6 voor mechanische puurheid en zelfredzaamheid.
  • Duurzaamheid: Een 2CV6 weegt slechts ongeveer 560 kg. Het brandstofverbruik (gemiddeld 1 op 15 tot 1 op 18) is naar moderne maatstaven nog steeds acceptabel, en de productievoetafdruk was minimaal. Veel onderdelen worden vandaag de dag opnieuw geproduceerd, waardoor de auto's oneindig "in leven" gehouden kunnen worden.
  • Sociale gelijkmaker: Net als in 1948, overbrugt de 2CV6 klassenverschillen. Een advocaat zwaait naar een student; in een Eend is iedereen gelijk.


Consistentie in ontwerp:
Wat de 2CV6 zo bijzonder maakt, is dat hij trouw bleef aan het originele concept van Boulanger. Hoewel de motor in de 2CV6 veel krachtiger was dan het origineel en de remmen beter waren, bleef de essentie – een comfortabele, simpele vervoersoplossing onder een "paraplu" – tot de allerlaatste schroef intact. De 2CV6 is kortom de ultieme vorm waarin dit concept gegoten werd. Als je meer wilt weten over de techniek en restauratie van de o.a. de 2CV, dan raden we het boek ‘Handboek 2CV van Jan van der Velde’ aan.

Specificaties Citroën 2CV6 Club (1986)

  • Motor: 602 cc luchtgekoelde tweecilinder boxer (type M28/1)
  • Vermogen: 29 pk (DIN) bij ca. 5.750 t/min
  • Koppel: circa 39 Nm
  • Aandrijving: voorwielaandrijving
  • Transmissie: handgeschakelde 4-versnellingsbak
  • Topsnelheid: ca. 110–115 km/u
  • Remmen: schijfremmen vóór (inboard), trommelremmen achter
  • Elektrisch systeem: 12 volt
  • Ophanging: onderling gekoppelde voor- en achterwielen per zijde met horizontale veerpotten
  • Ledig gewicht: ca. 560 kg
  • Lengte: ca. 3.830 mm
  • Breedte: ca. 1.480 mm
  • Wielbasis: ca. 2.400 mm
  • Brandstofverbruik: gemiddeld ca. 1 op 15 tot 1 op 18

Waarom wij van Tonny's Classic Drive een prachtige witte 2CV6 Club in onze verhuurvloot hebben opgenomen

Onze 2CV6 Club combineert de klassieke charme met net genoeg vermogen en betrouwbaarheid om in de moderne wereld heerlijk mee te kunnen komen. Het is niet zomaar een auto; het is een monument van industrieel design en een blijvende herinnering aan een tijdperk waarin eenvoud de grootste luxe was. En hoe mooi is het om het canvas dak, helemaal op te rollen en het de cabrio ervaring mee te maken. En prachtige foto's te schieten, tijdens je bruiloft met deze witte parel met de prachtige geruite retro bekleding. Of om heerlijk een dagje te toeren. Ook met vier personen rijdt je nog comfortabel en geniet van de mooiste door ons uitgestippelde (thematische) routes door idyllisch Groningen. 

maandag, 15 december 2025 | Geschreven door: Tonny's Classic Drive